Margaretha Wewerinke-Singh over haar rol in de grootste rechtszaak ooit en wat ze haar studenten hoopt mee te geven
4 februari 2025
De voor de hand liggende vraag hoe een Nederlandse jurist adviseur wordt van een groep kleine eilanden midden in de Stille Oceaan en het juridisch team van dat land mag leiden in de grootste rechtszaak ooit, wordt door Margaretha lakoniek beantwoord met een ‘het is gewoon heel organisch gegaan’.
Ze verhuisde begin 2015 van Londen naar Vanuatu om daar een milieu- en klimaatrechtprogramma op te zetten aan de University of the South Pacific. Ze was toen net gepromoveerd op het onderwerp staatsaansprakelijkheid voor klimaatverandering. Later dat jaar reisde ze samen met een groepje van haar studenten naar Frankrijk om kleine eilandstaten, waaronder Vanuatu, bij te staan in de onderhandelingen voor het Klimaatakkoord van Parijs. Toen duidelijk werd dat het Parijs-akkoord op veel punten tekortschoot, werd ze gevraagd om samen met een inheemse mensenrechtenadvocaat uit Guam, Julian Aguon, een strategie uit te werken voor een internationale klimaatzaak.
Het was bijna onwerkelijk om daar met zoveel mensen van over de hele wereld samen te zijn en het laatste stukje van het proces te voltooien, althans het deel dat in onze handen lag.
Vanuatu en de andere kleine eilandstaten in de Stille Oceaan dragen amper bij aan klimaatverandering, maar worden nu al hard getroffen door de gevolgen ervan: stukken kustgebied zijn reeds opgeslokt door de zee, waardevolle koraalriffen zijn afgestorven, verwoestende stormen en veranderende weersomstandigheden kosten mensen het leven en tasten bestaansmiddelen aan. Veel kleine eilanden dreigen geheel onbewoonbaar te worden als de uitstoot van broeikasgassen niet snel en drastisch aan banden wordt gelegd.
Daarom begonnen 27 rechtenstudenten uit acht Pacifische eilandstaten in 2019 een campagne om het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een oordeel te laten vellen over klimaatverandering en mensenrechten. De overheid van Vanuatu steunde het initiatief en bracht het naar de VN. Een intensieve diplomatieke campagne volgde met als resultaat resolutie 77/276, die in maart 2023 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd aangenomen.
In deze resolutie wordt het Internationaal Gerechtshof gevraagd advies uit te brengen over twee juridische vragen, namelijk wat zijn de verplichtingen voor staten volgens het internationaal recht om zowel staten als huidige en toekomstige generaties te beschermen tegen klimaatverandering en milieuvervuiling, en wat zijn de juridische gevolgen voor de staten die zich niet aan deze verplichtingen houden en daarmee zowel andere, kwestbare, staten als huidige en toekomstige volkeren en individuen schade toebrengen?
Margaretha: ‘Het Hof heeft wel eerder erkend dat toekomstige generaties ertoe doen en dat staten het milieu moeten beschermen, ook voor de generaties na ons, maar wat dat precies inhoudt en wat voor rechten toekomstige generaties hebben, is nog onduidelijk.’
Op Vanuatu heerst vooral trots dat het dit als klein land, met eenderde van het aantal inwoners van Amsterdam, voor elkaar heeft gebokst.
Margaretha, die samen met Julian leiding geeft aan het juridisch team van Vanuatu en de Melanesian Spearhead Group, wist dat het niet gemakkelijk zou zijn om de benodigde steun van VN-lidstaten te krijgen voor een betekenisvol adviesverzoek. Ze was dan ook positief verrast toen die hobbel na een diplomatieke campagne van een jaar of vier kon worden genomen en dat de resolutie zelfs met consensus (zonder stemming) kon worden aangenomen. Margaretha: ‘Het is in zo’n onderhandelingsproces natuurlijk de kunst om een meerderheid mee te krijgen terwijl je de geformuleerde rechtsvraag zoveel mogelijk intact houdt.’
De strategie die het team daarvoor heeft gebruikt is die van de concentrische cirkels. Margaretha: ‘We hebben eerst steun opgebouwd in het Pacifisch gebied, toen bij alle andere kleine eilandstaten en vervolgens bij andere klimaatkwetsbare landen. Eigenlijk heb je met die klimaatkwetsbare landen al een meerderheid in de Algemene Vergadering, maar we hebben de coalitie toch verder uitgebouwd door in de diverse regio’s steun van andere landen te zoeken.’
Zo werd de rechtsvraag in april 2023 aan het Hof voorgelegd. Alle VN-lidstaten werden uitgenodigd om schriftelijke pleidooien in te dienen en op elkaars pleidooien te reageren. Ruim anderhalf jaar later, in december 2024, vonden de hoorzittingen plaats in het Vredespaleis in Den Haag, met deelname van het recordaantal van 96 staten en 11 internationale organisaties.
Margaretha mocht als een van de eersten het woord voeren: ‘Het was bijna onwerkelijk om daar met zoveel mensen van over de hele wereld samen te zijn en het laatste stukje van het proces te voltooien, althans het deel dat in onze handen lag.’
De uitspraak wordt in de loop van dit jaar verwacht. Op de vraag waar ze op hoopt, glimlacht ze subtiel en legt uit dat er achter hun twee hoofdvragen over de verplichtingen en de juridische gevolgen een andere vraag ligt die niet expliciet is gesteld, maar wel van groot belang is.
Margaretha: ‘Dat betreft de vraag of het legaal is het klimaatsysteem zodanig te schaden dat er gevaarlijke klimaatverandering ontstaat. Hierbij moet in acht worden genomen dat de risico’s van de ongebreidelde uitstoot van broeikasgassen al decennialang bekend zijn. Het systematisch negeren van deze risico’s dreigt nu hele landen onleefbaar te maken.’
Het gaat niet alleen over wat er nu moet gebeuren, over koolstofbudgetten en fair share, maar ook over het feit dat wij getuige zijn van een grove, voortdurende schending van fundamentele rechtsbeginselen en regels.
Daarom drukte Margaretha’s team het Hof op het hart om niet alleen naar de huidige regels te kijken, maar ook naar het moment waarop deze van kracht werden en wat staten op dat moment deden of nalieten.
Margaretha: ‘Het gaat niet alleen over wat er nu moet gebeuren, over koolstofbudgetten en fair share, maar ook over het feit dat wij getuige zijn van een grove, voortdurende schending van fundamentele rechtsbeginselen en regels. Het erkennen van deze schending is niet alleen van belang vanuit rechtvaardigheidsperspectief, maar ook voor het klimaat zelf. Zodra een schending wordt vastgesteld, volgt namelijk een cruciale juridische conclusie: die schending moet stoppen.’
‘Door dit te erkennen, krijg je een heel andere discussie. Landen die willens en wetens het klimaatsysteem hebben geschaad en daarmee internationaal recht hebben geschonden, moeten opdraaien voor de gevolgen van die schending. Het gaat om de gevolgen van hun historische uitstoot en de schade die daarmee is toegebracht aan klimaat, milieu, andere staten, samenlevingen en individuen.’
Eén van de partijen die door Margaretha’s team is geadviseerd, is de Organisation of African, Caribbean and Pacific States. De 79 lidstaten van deze organisatie hebben expliciet beargumenteerd dat bij de berekening van die historische uitstoot ook de koloniale emissies moeten worden meegenomen. Dat zou kunnen betekenen dat de historische uitstoot van Nederland met een factor drie moet worden vermenigvuldigd, onder meer vanwege de grootschalige ontbossing in het toenmalige Nederlands-Indië.
Margaretha hoopt op een zo gedetailleerd mogelijk advies van het Hof: ‘Hoe specifieker het advies zal zijn over wat precies illegaal is en wat de gevolgen daarvan zijn, en dus wat er moet gebeuren met bijvoorbeeld fossiele subsidies, regulering, technologieoverdracht, financiering, noem maar op, des te meer impact de uitspraak zal hebben.’
Hoewel het advies van het Hof als niet-bindend wordt gekarakteriseerd, vindt ze die term bijna misleidend, omdat het advies een uitleg is van bestaand recht dat wél bindend is. Margaretha: ‘Als staten niet doen wat het Hof aangeeft, schenden ze hun verplichtingen.’ Ze geeft toe dat de impact van de uitspraak moeilijk te traceren zal zijn, omdat besluitvorming over de uitvoering in veel landen achter de schermen zal plaatsvinden. Eventuele beleidsaanpassingen zullen niet per se aan de uitspraak worden toegeschreven.
In de rechtspraak ligt dat anders, de kans is groot dat rechters in andere klimaatzaken zich zullen laten leiden door het advies van het Hof. En dat zal dan waarschijnlijk expliciet worden benoemd. Ook in politieke debatten, publieke campagnes en activisme zou de impact van het advies goed zichtbaar kunnen worden.
Juist in tumultueuze tijden als deze wordt duidelijk hoe robuust onze instituties zijn. We zien vaak dat zij weigeren om met politieke winden mee te waaien. Dat geeft hoop!
Op Vanuatu heerst volgens Margaretha vooral trots, dat het dit als klein land, met eenderde van het aantal inwoners van Amsterdam, voor elkaar heeft gebokst. Omdat de klimaatonderhandelingen tot nu toe te weinig hebben opgeleverd, kunnen de inwoners eenvoudigweg niet anders dan hopen dat deze zaak wel iets teweeg zal brengen. Margaretha: ‘Het initiatief komt echt van de inheemse jeugdbeweging en het proces is niet gepolitiseerd. Er is weinig cynisme of desinteresse te vinden.’
Gevraagd naar haar eigen gevoelens over zowel het lot van Vanuatu en andere klimaatkwetsbare landen als dat van het internationaal recht in het algemeen, wijst ze al snel naar redenen om hoopvol te blijven. Die ziet ze wel degelijk, ondanks de nieuwe Amerikaanse ‘drill, baby, drill’-president die het internationaal recht naar eigen willekeur gebruikt of terzijde schuift, en het besluit van diverse grote Amerikaanse banken en vermogenbeheerders om al in de aanloop naar Trump’s inauguratie uit klimaatorganisaties te stappen.
Margaretha: ‘Toen Trump tijdens zijn eerste regeerperiode uit het Akkoord van Parijs stapte, vormden talloze Amerikaanse staten en steden een coalitie om samen het verdrag te blijven naleven. Dat zien we nu weer gebeuren, en niet alleen in de VS. Overal ter wereld verenigen burgers, organisaties, bedrijven en overheden zich om tegenwicht te bieden aan de aanval op fundamentele rechten en milieubeschermers.’
‘Het is echt te vroeg om te concluderen dat het internationaal recht – of het recht in het algemeen – het onderspit gaat delven. Juist in tumultueuze tijden als deze wordt duidelijk hoe robuust onze instituties zijn. We zien vaak dat zij weigeren om met politieke winden mee te waaien. Dat geeft hoop!’
Margaretha is nog maar 39 maar hoeft niet lang na te denken over wat haar de grootste voldoening zou schenken als ze ooit aan het eind van haar carrière zal terugblikken.
Margaretha: ‘Dan hoop ik vooral dat ik mijn studenten lef heb meegegeven, verbeelding en een eigen moreel kompas dat ze durven te volgen. Dat zijn waarden die bij mij heel hoog in het vaandel staan. Als studenten zich geïnspireerd voelen om deze waarden op hun eigen manier uit te dragen, als jurist of anderszins, is dat de meest duurzame erfenis die ik kan nalaten.
Studenten hebben echt heel goede ideeën, hun inzichten zijn belangrijk, misschien weten zij het wel beter dan ik. Ik moedig hen aan om verder te kijken dan het tekstboek, om op hun eigen kritische denkvermogen te vertrouwen, maar vooral om niet bang te zijn en je nooit te min te voelen. En juist als het gaat om klimaat heeft de jeugd van vandaag en morgen alle recht van spreken!’
Elles Tukker