Logische en creatieve oplossingen om energie te besparen in de operatiekamer
14 april 2025
Wat zou er gebeuren als je in de operatiekamer een knop installeert die het operatieteam in staat stelt om met één druk zelf te bepalen hoeveel lucht er tijdens een specifieke operatie de ok wordt ingebracht? Iets meer lucht tijdens infectiegevoelige ingrepen, iets minder tijdens alle andere operaties.
Is degene die de operatie uitvoert, en dus verantwoordelijk is voor de medische behandeling, dan toch geneigd te kiezen voor de maximale luchthoeveelheid om elk mogelijk risico voor de patiënt uit te sluiten? Of is de gangbare manier van werken in Nederland in de loop der tijd zo strikt geworden dat het luchtbehandelingssysteem – zonder de patiënt ook maar enigszins in gevaar te brengen – echt wel een tandje lager kan?
Deze knop is geen fictie maar al in enkele Nederlandse ok’s in gebruik en in andere ziekenhuizen wordt erover nagedacht. Hierover later meer, eerst een schets van de impact van de zorg op milieu en klimaat en de conclusies van het zojuist verschenen rapport van Landelijk Netwerk de Groene OK.
Je zou kunnen zeggen dat het lijkt alsof Nederland te lang blijft vasthouden aan verouderde richtlijnen.Jos Lans
Luchtbehandelingsexpert Jos Lans en arts-onderzoeker Egid van Bree, twee van de zeven auteurs van het rapport, hopen dat hun onderzoek bijdraagt aan het meten en verkleinen van de milieu-impact van de zorg. En die impact is enorm: wereldwijd vindt 6% van het totale energieverbruik binnen gebouwen, plaats in medische centra. Binnen die centra hebben operatiekamers een fors energieverbruik, en daarin gaat dan weer ruim 90% van het energieverbruik op aan luchtbehandeling. Kortom: energiebesparing op de luchtbehandeling in operatiecomplexen kan een significante CO2-reductie opleveren.
Opmerkelijk genoeg lijken de luchtbehandelingssystemen in veel Nederlandse ziekenhuizen flink hoger te zijn afgesteld dan de normen voorschrijven. Ook de hoeveelheid verse buitenlucht die wordt ingeblazen ligt een stuk hoger dan in veel andere Europese landen.
Voorzichtig stelt Jos: ‘Je zou kunnen zeggen dat het lijkt alsof Nederland te lang blijft vasthouden aan verouderde richtlijnen. De hoeveelheid verse buitenlucht die een operatiekamer ingeblazen moet worden, ligt in Zwitserland bijvoorbeeld rond de 800 m³ per uur, terwijl uit het onderzoek blijkt dat dit in Nederland momenteel gemiddeld zo’n 2700 m³ per uur is.’ De temperatuur en relatieve vochtigheid van deze lucht moet telkens binnen de gevraagde streefwaarden worden gebracht.
Daarnaast maakt het merendeel van de Nederlandse ziekenhuizen gebruik van de zogeheten ‘laminaire flow’: een kolom met relatief koude lucht die recht boven de operatietafel naar beneden komt en daar de lucht het schoonst houdt. Egid: ‘Dit zijn energie-intensieve systemen, terwijl er in de WHO-richtlijn vraagtekens worden geplaatst bij hun meerwaarde. Voor de meeste operaties is dit niet onderzocht.’ Daarom beweren critici volgens hem dat de huidige manier van werken deels het resultaat is van het jarenlang klakkeloos overnemen van technische vernieuwingen.
Dit zijn energie-intensieve systemen, terwijl er in de WHO-richtlijn vraagtekens worden geplaatst bij hun meerwaarde.Egid van Bree
Liever dan ingaan op een mogelijke verklaring waarom de luchtbehandeling op Nederlandse ok’s zo is opgeschroefd, hebben Jos en Egid het over de omslag die gemaakt moet worden.
Niet alleen over hoe je artsen, technici en ziekenhuisbesturen meekrijgt, maar ook over hoeveel wetenschappelijk bewijs er wel of niet nodig is om iedereen te overtuigen.
Egid: ‘Het gaat grotendeels over het voorkomen van wondinfecties. Dat is heel moeilijk te onderzoeken, want er zijn veel andere factoren die daar invloed op hebben, zoals de conditie van de patiënt, of er bijvoorbeeld sprake is van obesitas, en het gedrag van de medewerkers in de ok.
Boven elke operatiekamer bevindt zich een verdieping met enorme installaties. Deze zorgen ervoor dat gerecirculeerde binnenlucht en verse buitenlucht wordt gefilterd, verwarmd, gekoeld, be-/ontvochtigd en door ventilatoren naar de operatiekamers geblazen. Hoe vaker per uur de lucht in de operatiekamer ververst wordt, hoe minder stof- en bacteriedeeltjes er in de ruimte zweven en hoe sneller de luchtkwaliteit in de ok zich na een verstoring herstelt.
Naast het voorkomen van wondinfecties, zijn ook verkoeling van de ok en verdunning van de chirurgische rook die vrijkomt bij een operatie, bepalende factoren voor de hoeveelheid lucht die een ok ingeblazen moet worden, maar dat laatste kan volgens de onderzoekers effectiever door ‘puntafzuiging aan de bron’.
De Groene OK concludeert in het nieuwe rapport dat in de Nederlandse praktijk bijna alle operatiekamers aan de strengst mogelijke eisen voldoen, terwijl dat voor de meeste te verrichten operaties lang niet altijd nodig is. Ook wordt in Nederland de luchtvochtigheid vaak binnen een te nauwe marge gehouden, terwijl uit eerder onderzoek is gebleken dat die ruimer mag zijn.
De Nederlandse ziekenhuizen nemen al wel maatregelen om het energiegebruik van het luchtbehandelingssysteem in operatiekamers omlaag te brengen. Zo maken ze gebruik van warmte-terugwininstallaties en zet 80% van de aan het onderzoek deelnemende ziekenhuizen de luchtbehandeling ’s nachts en in het weekend op een lagere stand. De Groene OK concludeert echter dat in vrijwel alle ziekenhuizen nog steeds veel energie en dus ook geld wordt verspild.
De meest verrassende vondst vindt Egid de mogelijkheid om tot 50% energie te besparen door verhoudingsgewijs minder buitenlucht naar binnen te halen. Maar dat kan alleen aangepast worden als het ziekenhuis over een installatie beschikt die dat apart kan reguleren. In sommige gevallen moet daarvoor de totale hoeveelheid lucht worden verminderd, waarna de ok’s niet meer aan de strengste eisen voor gewrichtsvervangende operaties zullen voldoen.
Een van de elementen van een succesformule voor energiebesparing in ziekenhuizen is volgens Egid multidisciplinariteit: ‘Het beeld dat zich in mijn promotieonderzoek begint af te tekenen is dat de ziekenhuizen die resultaten boeken een vaste overlegstructuur kennen tussen de hoofden van techniek, ok-management en infectiepreventie. Het gaat erom dat die regelmatig met elkaar overleggen en de perspectieven van de ander zo beter begrijpen. Er is relevante kennis en kunde nodig en de wil om te veranderen.’
Ook kan het volgens hem helpen om er een financiële prikkel aan te verbinden. Egid: ‘Een deel van de verduurzamingsinitiatieven levert geld op, maar als die de mensen op de werkvloer een beetje pijn doen, omdat ze iets moeten nalaten of juist meer moeite moeten doen, dan willen ze er vaak wel iets voor terugzien. Het bespaarde geld moet niet in de grote ziekenhuispot verdwijnen.’ In sommige ziekenhuizen wordt het geld van energiebesparing daarom gebruikt om andere verduurzamingsinitiatieven te bekostigen.
We horen nogal eens dat in de context van leven en dood duurzaamheid van secundair belang wordt geacht.Frenk van Harreveld
Terug naar de klimaatknop. Het succes van zoiets hangt natuurlijk af van de bereidheid van de medewerkers om hem te gebruiken. Frenk van Harreveld, UvA-hoogleraar Sociale Psychologie: ‘Of dat het geval is, is onder meer afhankelijk van hoe belangrijk men verduurzaming vindt. Dat is in de context van de zorg nog niet vanzelfsprekend. We horen nogal eens dat in de context van leven en dood duurzaamheid van secundair belang wordt geacht.’
Ook gebruiksgemak is volgens Frenk een belangrijke factor: ‘Het indrukken van zo’n knop is sowieso een extra handeling. Hoe makkelijker het gebruik ervan, hoe meer men bereid zal zijn zo’n extra handeling acceptabel te vinden. Onderzoek naar de gedragscomponent kan inzicht bieden in factoren die het succes van zoiets als een ‘klimaatknop’ bepalen.
Een van de ziekenhuizen die al een tijd bezig zijn om de luchtbehandeling op het ok-complex te verduurzamen, is het Amsterdam UMC. Arts-microbioloog en Programmaleider Circulariteit Ingrid Spijkerman: ‘We hebben al veel energie bespaard door de luchtbehandeling ’s avonds, ’s nachts en in het weekend omlaag te schroeven. Ook hebben we de luchtvochtigheidsrange verbreed. Op dit moment onderzoekt de multidisciplinaire projectgroep in hoeverre we de verse luchttoevoer zouden kunnen verlagen en hoe we per ingreep de luchtbehandeling in het systeem kunnen aanpassen.’
Ingrid legt uit waarom het Amsterdam UMC geen voorstander is van een knop in de operatiekamer: ‘We moeten vermijden dat individuele zorgverleners deze afweging per ok gaan maken en daarmee ook mogelijk menselijke fouten introduceren. We onderzoeken nu een koppeling waarbij de luchtbehandeling automatisch wordt aangepast aan de operatie die plaatsvindt. En elke stap die we daarin zetten wordt eerst voorgelegd aan alle betrokken stakeholders van de ok.’
Elles Tukker