2 december 2024
Vanuatu, een klein land van zo’n 80 eilanden ten noordoosten van Australië met iets meer dan 330.000 inwoners, loopt groot risico om al halverwege deze eeuw onbewoonbaar te worden als de wereld niet snel in actie komt om klimaatverandering, en daarmee de zeespiegelstijging, een halt toe te roepen. Daarom heeft Vanuatu het initiatief van de studenten overgenomen en heeft het, samen met een grote coalitie van andere landen, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zover gekregen deze klimaatzaak aan het Internationaal Gerechtshof voor te leggen.
De oorspronkelijke groep van acht studenten is inmiddels uitgegroeid tot de organisatie Pacific Islands Students Fighting Climate Change (PISFCC), en hun voorzitter, Cynthia Houniuhi, mocht op de eerste ochtend van het proces het woord voeren. Ze zei: ‘Als ons land verdwijnt, worden onze lichamen en herinneringen afgesneden van de fundamentele relatie die bepaalt wie we zijn.’ Ze zei ook dat zij en andere jongeren het akkoord van Parijs hadden gezien als een instrument van hoop toen het in 2015 werd aangenomen, maar dat het sindsdien was ‘gekaapt’ door de belanghebbenden van de fossiele industrie.
Zowel Cynthia als Margaretha Wewerinke-Singh noemen deze zaak bij het Internationaal Gerechtshof de grootste rechtszaak in de geschiedenis van de mensheid. Margaretha Wewerinke-Singh is niet alleen universitair hoofddocent duurzaamheidsrecht aan de UvA en mede-oprichter van het SEVEN, klimaatinstituut van de UvA, maar ook adviseur van de regering van Vanuatu en geeft leiding aan het juridisch team van Vanuatu en de Melanesian Spearhead Group.
Het unieke van deze zaak zit volgens haar in het feit dat een advies van het Internationaal Gerechtshof betekenis heeft voor de hele wereld en dat het alle andere, lokale klimaatzaken kan beïnvloeden. In een interview met de Volkskrant zegt Margaretha: ‘Ik hoop dat de uitkomst van deze zaak is dat de veroorzakers van klimaatverandering hun illegale gedrag direct moeten stoppen. Er kunnen dan geen nieuwe olie- en gasboringen meer worden gedaan in landen die al veel broeikasgassen hebben uitgestoten, zoals Noorwegen. Ze zullen ook de al aangerichte schade moeten herstellen.'
In haar pleidooi voor het Internationaal Gerechtshof in de ochtend van 2 december, de eerste procesdag, zei Margaretha: ‘Het kardinale principe is glashelder: verantwoordelijke staten moeten de schade die ze hebben veroorzaakt volledig vergoeden. Wat betekent dat voor deze zaak? Volgens ons kan en moet de verantwoordelijkheid voor herstelbetalingen in verhouding staan tot de historische bijdragen aan de schade.’
Deze klimaatzaak is geen procedure waarin staten zijn aangeklaagd. Het is een zogenaamde Adviesprocedure, waarbij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aan het Internationaal Gerechtshof uitleg vraagt over de verantwoordelijkheid die landen hebben ten aanzien van klimaatverandering.
Universiteitshoogleraar Internationaal Recht en Duurzaamheid André Nollkaemper: ‘Dit is een uitermate belangrijke procedure. Tussen staten bestaat veel verschil van mening over de vraag of zij en vooral in welk tempo zij verplicht zijn om emissies van broeikasgassen te verminderen. Veel staten zien dit vooral als een politieke vraag waarbij ze in het kader van het Verdrag van Parijs moeten onderhandelen over verdere stappen.
Wat Vanuatu aan het Hof vraagt, is om vast te stellen dat er los van het Verdrag van Parijs tal van internationale verplichtingen bestaan om andere staten, hun bevolkingen en de natuur te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Als het Hof dat zal vaststellen, wat ik wel verwacht, zal dat een belangrijke impuls kunnen leveren aan het nu overwegend politieke proces.
De zittingen worden live gestreamed via de website van het Internationaal Gerechtshof of kijk hier terug.